Al maanden hoor je over de stikstofcrisis. Maar wat is het probleem precies, waar staan we nu en hoe kan de crisis worden opgelost? In dit artikel krijg je antwoord op die vragen.

Wat is stikstof precies?

Laten we beginnen bij het begin. Stikstof is een gas dat overal om ons heen in de lucht zit, 78 procent van de lucht bestaat uit stikstof.

Stikstof van zichzelf is niet slecht, het is zelfs onmisbaar als voedingsbodem voor planten en essentieel voor de voedselproductie. Sinds boeren kunstmest – gemaakt met onder meer stikstof – zijn gaan gebruiken, is de voedselproductie enorm gestegen.

Er zijn veel verschillende soorten stikstof. Een deel van de stikstof – vooral uit de landbouw en veehouderij – komt in de vorm van ammoniak in de lucht. Verkeer, huishoudens en industrie zorgen voor stikstofoxiden in de lucht. Die kunnen wel schadelijk zijn voor het milieu. Stikstof dat in de lucht komt, daalt elders weer neer.

Wat is het probleem?

In mei 2019 besloot de Raad van State dat het Nederlandse stikstofbeleid niet deugt. Sindsdien zitten we met een gigantisch probleem. De uitgifte van vergunningen zit op slot, boeren protesteren, duizenden projecten liggen stil.
Het probleem: teveel ammoniak of stikstofoxiden op een bepaald stuk grond is niet goed voor een natuurgebied. “Het is een voedingsstof, maar het is slecht voor de biodiversiteit”, legt stikstofhoogleraar Wim de Vries van de universiteit van Wageningen uit.

“Stikstof zorgt voor een overmaat van een voedingsstof, en drukt andere voedingsstoffen weg”, zegt De Vries. “Dat is slecht voor planten en dieren. Als er veel stikstof neerslaat op een natuurterrein, krijgen sommige planten voordeel en anderen niet. Het beroemdste voorbeeld zie je op de heide. Door teveel stikstof groeit helmgras veel sneller dan heideplanten. De heide vergrast dan”, zegt De Vries.

Waarom speelt dit nu?

In 2015 introduceerde de overheid de PAS-regeling, het Programma Aanpak Stikstof. Daarmee kon je wel een vergunning krijgen, als er in de toekomst maar maatregelen zouden worden genomen om de natuur te herstellen. Het was onvoldoende gewaarborgd dat dat ook echt zou gebeuren. In mei 2019 oordeelde de Raad van State daarom dat het niet meer mocht.
Om nu een vergunning te krijgen voor een project moet je van tevoren aantonen dat er door het project geen toename van stikstofdepositie plaatsvindt in Natura 2000-gebieden.

Ieder bouwwerk of project moet dus een bijdrage leveren aan de oplossing van het probleem, in plaats van bijdragen aan het overschot aan stikstof.

Wat maakt dit nou zo’n moeilijk probleem?

De kritische depositiewaardes, de maximale hoeveelheid stikstof die mag neerslaan, liggen niet hoog en het maximum wordt relatief snel bereikt. Bij 72 procent van de landnatuur (dus niet het water) worden de kritische waardes overschreden.

Hoeveel stikstof er ergens mag neerslaan, is per gebied verschillend. Zo zijn heidegebieden bijvoorbeeld erg kwetsbaar.

Voorkomen dat er stikstof neerslaat is ook lastig: zeker 35 procent van het stikstof komt uit het buitenland overgewaaid. Dat kunnen we niet stoppen. Overigens exporteren we vier keer zoveel stikstof als we binnen krijgen.

Waar komt die stikstof verder vandaan?

Ongeveer 40 procent van de stikstof die in Nederland neerslaat wordt door de landbouw geproduceerd, 6 procent door verkeer, 6 procent door huishoudens minder dan 1 procent door de bouw. Dit staat in het rapport van de commissie Remkes.

De bouwers protesteerden onlangs op het Malieveld, omdat zij door de PFAS-regel (een heel ander verhaal) en het stikstofbesluit heel weinig projecten kunnen oppakken. Het is erg lastig om te bouwen zonder stikstof uit te stoten. Bedrijven halen allerlei toeren uit om de huizen zo goed mogelijk te ontwerpen, maar bij het bouwen zelf komt ook stikstof vrij. Op al het stikstof in Nederland is het aandeel klein.

Veestapel of bouw

Er zijn ook een aantal wat extremere oplossingen geopperd. Een manier om snel meer stikstofruimte te krijgen, zou bijvoorbeeld het halveren van de veestapel zijn. Dat werd laatst geopperd door D66 en leidde tot grote woede en veel protest. Op de korte termijn zal dat ook niet gebeuren.

En het is ook niet nodig als je bijvoorbeeld de bouw wil vlottrekken, zegt hoogleraar Wim de Vries. “De bouw en de veestapel horen niet bij elkaar. Als je de bouw snel op gang wil krijgen, zou je de maximumsnelheid kunnen verlagen of op een manier kunnen zorgen dat er 0,6 procent minder stikstof wordt uitgestoten. Dan ben je al een heel eind”, zegt De Vries.

Het kabinet wil dat alle sectoren een bijdrage leveren aan het verminderen van de uitstoot.

Helpt het als we stoppen met Natura 2000?

Sommige mensen pleiten ervoor om het aantal Natura 2000-gebieden te verkleinen, zodat er minder plekken zijn waar stikstof een probleem oplevert. Maar ook dat wordt lastig.

Er zijn namelijk maar twee manieren om Natura 2000-gebieden anders in te richten of te verminderen, meldt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op basis van het Europees Hof van Justitie. Er moet dan een wetenschappelijke fout zijn geweest bij het aanwijzen van zo’n Natura 2000-gebied of de natuurbeschermingsdoelen moeten onhaalbaar zijn en dat mag niet komen door nalatigheid van de overheid.

Allebei die redenen gelden voor geen enkel Nederlands Natura 2000-gebied, aldus het ministerie. De enige manier om dat aan te passen, is om binnen de EU de regels te veranderen.

En nu?

Minister Schouten wil de woningbouw zo snel mogelijk vlottrekken, zei ze gisteren. En premier Rutte zei dat we het ons niet kunnen veroorloven dat Nederland op slot gaat, maar dat de problemen ook niet ‘met een toverstokje’ op te lossen zijn.

Het kabinet stelt eenmalig 500 miljoen euro beschikbaar voor maatregelen tegen de stikstofproblematiek, zo meldde het ministerie van Landbouw vanavond. Met het geld wil het kabinet de stikstofneerslag in natuurgebieden verlagen en de natuur versterken. Het bedrag komt uit de begrotingsreserve van het kabinet.

Maar ook daarna zal het een forse uitdaging blijken voor Nederland om zich aan de regels te houden. Voorlopig zijn we dus nog wel even bezig met stikstof.

Bron: RTL Z / Pepijn Nagtzaam